Als kind begrijp je de wereld om je heen nog niet goed. Met de brokjes informatie die je krijgt door wat je ziet, hoort of ervaart vorm je een beeld van de werkelijkheid in je hoofd. Over die werkelijkheid vorm je gedachten en die kunnen uitgroeien tot overtuigingen.
Je overtuigingen kleuren hoe jij naar de wereld en jezelf kijkt.
Een kind dat bijvoorbeeld van zijn ouders geleerd heeft dat hard werken belangrijk is en voor plezier geen ruimte is, kan als overtuiging hebben ik mag niet genieten. Later in haar leven kan zij daar last van krijgen. In de loop der jaren kunnen ook andere gebeurtenissen of personen zorgen voor overtuigingen.
Overtuigingen kunnen voor jou intern aan gaan voelen als een absolute werkelijkheid als je ze maar vaak genoeg herhaalt. Dit proces kan zich ook onbewust voltrekken. De gedachten die voortkomen uit de overtuiging kunnen dan hardnekkig zijn. En ze kunnen je gedrag, emoties en verwachtingen sturen. Vraag je je wel eens af waarom je toch elke keer dit doet? Of waarom bepaalde personen jou zo kunnen raken? Daar kan wel eens een overtuiging aan ten grondslag liggen.
Ieder mens draagt een rugzak met overtuigingen bij zich. In de rugzak zitten overtuigingen die je verder helpen in je leven (helpende overtuigingen) en overtuigingen die je dwars kunnen zitten (beperkende overtuigingen). Overtuigingen zijn heel bepalend voor de richting en de kwaliteit van je leven.
Een overtuiging werkt als het inschakelen van een automatische piloot. Zonder dat je het in de gaten hebt neemt de automatische piloot het stuur van je over en stuurt je een bepaalde kant op.
Waar kan je overtuigingen aan herkennen?
Om er achter te komen welke overtuigingen je hebt is het goed om te weten waar je ze aan kan herkennen.
• Een overtuiging is eenvoudig geformuleerd en kort van tekst.
• De overtuiging begint meestal met ik, zij, anderen of mensen.
• Vaak zit het woord moeten of mag niet er in.
• Het zijn gedachten of uitspraken die zich vaak herhalen.
• Ze zeggen iets over hoe de wereld, of hoe jij in elkaar steekt.
• Je herkent de overtuiging omdat ze duidelijk bij jou horen. Zo ben ik nu eenmaal!
Oefening: kom er achter welke overtuigingen je hebt.
Schatgraven, dat is wat je nu mag gaan doen. In jezelf graven en op zoek naar die gedachte die je tegenkomt en die je herkent als overtuiging. Hoe kan je dat nu doen? Allereerst ga je bij jezelf te rade. Schrijf alle overtuigingen op die je kan bedenken. Neem hier de tijd voor, kijk elke dag even naar de lijst en vul het aan. Maak een wandeling en graaf weer even verder. Het helpt dan om terug te gaan naar een gebeurtenis die bij jou een bepaalde emotie opriep. Voel je aan je lijf dat je een spannende gebeurtenis hebt? Sta even stil bij de gedachten die je op voelt komen.
Wat ook een goede manier is, is om je bewust te worden van hoe jij oordeelt over een ander. Vaak zeggen de oordelen die je over een ander hebt, veel over hoe jij over jezelf denkt. Over je overtuigingen dus. Denk eens goed na wat je over bepaalde mensen denkt of van bepaald gedrag vindt, en vertaal dit oordeel naar een overtuiging.
Je kan de hulp inschakelen van mensen die jou goed kennen. Wat horen zij jou vaak zeggen over jezelf of de wereld en herken jij dat als een overtuiging?
Oefening: wat ik over mijzelf geloof.
Nog een manier om overtuigingen te achterhalen. Begin met tegen jezelf te zeggen: “Iets wat ik over mijzelf geloof is……” over de onderwerpen die hieronder opgesomd staan.
Laat je gedachten de vrije loop en schrijf op wat er in je gedachten opkomt. Oordeel niet over jouw overtuigingen, ga er geen argumenten voor of tegen verzinnen, censureer ze niet. Schrijf alles op, zelf als het absurd of vreemd klinkt. Geef jezelf een paar minuten de tijd bij iedere vraag.
Wat geloof ik over…
1. Mijzelf
2. Mijn lichaam
3. Mijn gezondheid
4. Mijn werk
5. Mijn financiële situatie
6. Mijn seksualiteit
7. Mijn vermogens
8. Mijn beperkingen
9. Mijn houding
10. Mijn omstandigheden
11. God/Geest/Bron
12. Geld
13. Mijn familie
14. Mijn relaties
15. De wereld
16. Goed en slecht
17. Het verleden
18. De toekomst
Oefening: wat zijn je beperkende en je helpende overtuigingen?
Je hebt nu een lijst met overtuigingen. Als je ze bekijkt zal je herkennen welke overtuigingen je verder helpen in het leven en welke overtuigingen je tegenhouden. Welke overtuiging roepen een negatieve lading bij je op? En welke een positieve? Breng nu je lijst met overtuigingen terug tot 2 tot 5 beperkende overtuigingen en 2 tot 5 helpende overtuigingen.
Extra vragen
Kijk eens of je onderstaande vragen kan beantwoorden over je overtuigingen.
1. Is deze overtuiging heilzaam in mijn leven geweest of was deze overtuiging schadelijk voor mij?
2. Was deze overtuiging geïndoctrineerd? Zo ja, door wie?
3. Heb ik ooit bewust gekozen om dit te geloven? Zo ja, wanneer? Waarom deed ik dit?
4. Wat was het voordeel om deze overtuiging te hebben?
5. Hoe heeft de overtuiging mij gediend in mijn leven?
6. Wat vermeed ik door deze overtuiging te hebben?
7. Wat is het nadeel van deze overtuiging?
8. Wie zou ik zijn zonder deze overtuiging?
9. Met welke overtuiging zou ik deze overtuiging kunnen vervangen die meer positief, nuttig en bekrachtigend zou zijn in mijn leven?
Wil je hier graag een keer met mij over in gesprek? Neem gerust contact met mij op.